Update – 22 december 2017
Klik HIER voor het milieu onderzoek rubbergranulaat van RIVM.
Uit een groot Europees onderzoek is gebleken dat voetballen op kunstgras niet gevaarlijk is voor de gezondheid. De resultaten sluiten aan bij de conclusie van de Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het Finse Onderzoeksbureau ECHA (European Chemicals Agency) concludeert 28 februari 2017 dat het risico voor bespelers van kunstgrasvelden, inclusief kinderen en de mensen die de velden aanleggen, minimaal is.
ECHA onderzocht het effect van PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen), een kankerverwekkende stof in het rubber, als het in aanraking kwam met de huid, het inslikken van de rubberkorrels en het inademen van stoffen die vrijkwamen.
Op basis daarvan zegt het onderzoeksbureau dat het risico op het krijgen van kanker erg laag is. Het binnenkrijgen van schadelijke metalen zou daarnaast te verwaarlozen zijn, aangezien het gehalte lager ligt dan is toegestaan in speelgoed.
De RIVM trok in december vorig jaar dezelfde conclusie nadat experts in totaal honderd kunstgrasvelden onderzochten.
Het onderzoek door het RIVM werd verricht nadat wetenschappers begin oktober tegen ZEMBLA zeiden dat rubbergranulaat-velden nooit goed onderzocht zijn, terwijl in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië voetballers het krijgen van kanker linken aan het spelen op deze velden.
Een team onder leiding van Prof. Jacob de Boer heeft onderzoek gedaan naar de effecten van stoffen die uitlogen uit rubbergranulaat. De VU maakt hierbij gebruik van zebravissen-embryo’s. Het RIVM heeft contact gezocht met het onderzoeksteam van de VU en gevraagd om een toelichting op het onderzoek. De resultaten komen overeen met resultaten uit het onderzoek van het RIVM.
Het RIVM neemt het VU onderzoek serieus. Het onderzoek geeft nieuw inzicht, maar het inzicht is onduidelijk omdat we niet weten om welke stoffen het gaat en in hoeverre de situatie in de proef relevant is voor de blootstelling voor de mens. Dergelijk onderzoek kan resultaten geven over de schadelijkheid van de stoffen die uitlogen uit rubbergranulaat voor het milieu. Het VU zebravis-onderzoek kan ook relevante informatie geven over schadelijke effecten op de mens, maar dit kan pas beoordeeld worden als meer en kwantitatieve informatie voorhanden is. Bijvoorbeeld informatie over hoeveelheden, concentraties van stoffen en effecten van stoffen op de zebravisjes.
Het RIVM heeft onderzocht in welke mate stoffen uit het rubbergranulaat vrijkomen en hoe sporters met die stoffen in contact komen. Daarbij zijn de meest informatieve kwantitatieve zoogdier-studies gebruikt om de vertaling te kunnen maken naar effecten voor de mens. In vergelijking met die kwantitatieve zoogdierstudies geeft het huidige onderzoek van de VU geen aanvullende inzichten voor wat betreft de risicoschatting voor de mens.
Zie hier de bijdrage van het RIVM in de (media) berichtgeving over rubbergranulaat vandaag.
https://rivm.nl/Onderwerpen/R/Rubbergranulaat/Actueel
En de uitgebreidere reactie:
https://www.rivm.nl/dsresource?objectid=fd2b4b3c-979d-4d4a-bf45-b3b6c7c0ec2f&type=pdf&disposition=inline
December 2016 – Sporten op rubbergranulaat is veilig – bericht van GGD GHOR Nederland
Het sporten op kunstgras met rubberkorrels is veilig. Dat is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek van het RIVM naar mogelijke gezondheidsrisico’s van het sporten op kunstgrasvelden. De GGD onderschrijft deze conclusie en adviseert kinderen en ouders om vooral te blijven sporten. Niet alleen omdat het veilig is, maar ook gezond: lichaamsbeweging is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. KLIK hier voor meer informatie.
Het sporten op kunstgras met rubberkorrels is veilig. Dat is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek van het RIVM naar mogelijke gezondheidsrisico’s van het sporten op kunstgrasvelden. De GGD onderschrijft deze conclusie en adviseert kinderen en ouders om vooral te blijven sporten. Niet alleen omdat het veilig is, maar ook gezond: lichaamsbeweging is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen.
Door een goede samenwerking en afstemming met verschillende organisaties en betrokkenen heeft het RIVM het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat zorgvuldig en in kort tijdsbestek kunnen afronden. Klik hier voor het rapport.
Het RIVM heeft rubbergranulaat onderzocht van 100 sportvelden die representatief zijn voor de kunstgrasvelden in Nederland. Naast deze bemonstering is uitgebreid literatuuronderzoek gedaan. Uit het onderzoek blijkt dat het risico voor de gezondheid van sporten op kunstgrasvelden die zijn ingestrooid met rubbergranulaat, praktisch verwaarloosbaar is. Dat betekent dat het verantwoord is om op deze velden te sporten.
In rubbergranulaat zitten verschillende stoffen zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), metalen, weekmakers (ftalaten) en bisfenol A (BPA). Op basis van het onderzoek concludeert RIVM dat de stoffen die in rubbergranulaat zitten, in zeer lage hoeveelheden uit de korrels vrijkomen. Dat komt doordat de stoffen min of meer in het granulaat zijn ‘opgesloten’. Hierdoor is het schadelijke effect op de gezondheid praktisch verwaarloosbaar. In de wereldwijd beschikbare literatuur zijn geen signalen aangetroffen die duiden op een verband tussen sporten op kunstgras met rubbergranulaat en het ontstaan van leukemie en lymfeklierkanker. Volgens RIVM is dit verband in geen enkel internationaal onderzoek aangetoond.
Verder blijkt dat als het rubbergranulaat jarenlang in contact staat met de bodem er zink vrij komt. Dit metaal is niet schadelijk voor de mens, maar kan op termijn gevolgen hebben voor organismen in de bodem en het oppervlaktewater.
Voor rubbergranulaat zijn er wettelijke normeringen voor industrieel gebruik en consumenten gebruik. De hoeveelheid PAK’s en andere stoffen in het rubbergranulaat voldoen aan de norm voor industrieelgebruik. De norm voor consumentenproducten is echter strenger. Het gehalte PAK’s ligt iets boven de norm voor consumentenproducten. Op dit moment doet het Europese Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) onderzoek om bekijken welke norm voor rubbergranulaat wenselijk is. Het RIVM adviseert op basis van het onderzoek om de norm voor rubbergranulaat bij te stellen naar een norm die dichter in de buurt ligt van de norm voor consumentenproducten.
Het RIVM hoopt met de resultaten van het onderzoek bij te dragen aan de beantwoording van de vragen van ministeries, gemeenten, sportclubs en ouders/verzorgers.
Op de website van het RIVM www.rivm.nl vindt u het rapport, achtergrondinformatie over het onderzoek en antwoorden op veel gestelde vragen. De informatie wordt dagelijks aangepast, mede op geleide van de vragen die ons via het publieksinformatienummer (0800-0480) bereiken.
Aannemers ondertekenen convenanten BSNC-KNVB – 23 november 2016
In het verlengde van de discussie over gezondheidsrisico’s van rubbergranulaat wordt op sommige plekken in het land de aanlegprocedure van nieuwe kunstgrasvelden stopgezet. Ook krijgen we signalen dat gemeenten overwegen om het rubbergranulaat uit bestaande velden te halen en om te wisselen voor een alternatief infillmateriaal. Om te borgen dat de kwaliteit van velden overeind blijft en te voorkomen dat sprake is van kapitaalsvernietiging hebben KNVB en BSNC protocollen afgesproken en vastgelegd in convenanten. Wordt op die basis gewerkt, dan zal de KNVB dispensatie verlenen. Aannemers en leveranciers kunnen zich conformeren aan die protocollen en de eerste aannemers hebben inmiddels de convenanten onderschreven. Opdrachtgevers kunnen bij de selectie van opdrachtnemers daar rekening mee houden. Op dit moment gaat het om de volgende aannemers:
Convenant omwisseling rubbergranulaat:
Convenant stopgezette velden:
Naar aanleiding van de onrust die is ontstaan over mogelijke gezondheidsrisico’s van rubbergranulaat, zien we dat op sommige plekken de aanleg van nieuwe kunstgrasvelden is stopgezet. Hoewel er op basis van de nu beschikbare informatie vooralsnog geen aanleiding is om rubbergranulaat te vervangen, krijgen we toch signalen dat sommige opdrachtgevers overwegen om het rubbergranulaat uit het veld te laten halen en een andere infillmateriaal in te brengen. BSNC en KNVB zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om voor beide situaties procedures te ontwikkelen om te waarborgen dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet die ten koste gaan van de kwaliteit, veiligheid en de bespeelbaarheid van de velden. In goede samenwerking tussen de KNVB en BSNC zijn die procedures vastgelegd in een tweetal convenanten:
De convenanten moeten ervoor zorgen dat de eigenaar/gebruiker niet van de regen in de drup belandt en het proces van dispensatie eenvoudig te doorlopen is. Bij het omwisselen van SBR naar een alternatief infillmateriaal is de kans zeer aanwezig dat dit effect heeft op sporttechnische eigenschappen, garanties, onderhoud en levensduur van het kunstgrassysteem. Met behulp van het convenant/protocol wordt een “oplossing” gezocht ook voor de langere termijn en niet alleen voor de korte termijn. Aannemers/leveranciers die zich willen conformeren aan het convenant en die op de Sportvloerenlijst staan, kunnen zich hierbij aansluiten en zich melden bij BSNC. Om het convenant voor stopgezette projecten van toepassing te verklaren, dan moeten de betreffende velden uiterlijk 18 november aanstaande bij de BSNC zijn aangemeld. De deadline voor het aanmelden van ‘omwisselprojecten’ is 31 december.
Als men toch op korte termijn het rubbergranulaat wil vervangen, dan maken we u attent op het volgende:
Op dinsdag 1 november heeft BSNC een informatiebijeenkomst voor leden over de gezondheidsrisico’s van rubbergranulaat georganiseerd. Doel van de bijeenkomst was om enerzijds de actuele informatie te kunnen geven (ook ten aanzien van het bericht hieronder) en anderzijds ruimte te bieden voor vragen en discussie. De KNVB, het RIVM en het ministerie van VWS waren aanwezig tijdens deze bijeenkomst.
Hieronder treft u de presentaties aan die gehouden zijn tijdens de informatiebijeenkomst.
Moederpresentatie informatiebijeenkomst 1 november 2016
Presentatie RIVM
Maandag 10 oktober vond op het bondsbureau van de KNVB overleg plaats over de onrust die is ontstaan naar aanleiding van Zembla. De BSNC was daarbij met drie personen goed vertegenwoordigd. Verder zaten RIVM, het ministerie van VWS, de VSG en de korfbal- en rugbybond aan tafel.
De verschillende partijen deelden de zorgen en streven naar een gemeenschappelijke aanpak en samenwerking om zo snel mogelijk duidelijkheid te creëren om de onrust bij clubs, ouders en gemeenten weg te nemen. Het RIVM benadrukte nogmaals dat ze geen gezondheidsrisico’s zien en dat ook de uitzending van Zembla geen nieuwe harde gegevens presenteerde die aanleiding zouden zijn om te stoppen met voetballen op kunstgrasvelden. RIVM houdt op haar website bij welke vragen en antwoorden er zijn. Die kun je hier vinden.
Minister Schippers heeft RIVM opdracht gegeven om zo snel mogelijk onderzoek te doen en nog voor 1 januari 2017 met de resultaten te komen. RIVM heeft nog 1 tot 2 weken nodig om een zorgvuldige onderzoeksopzet te bepalen, maar grofweg zal het onderzoek uit twee delen bestaan:
Het RIVM zal de onderzoeksopzet op hun website communiceren. Alle partijen hebben vertrouwen in deze aanpak. Op basis van de onderzoeksresultaten zal worden bepaald welke vervolgstappen nodig zijn. Afgesproken is dat partijen het onderzoek actief ondersteunen en relevante informatie en kennis zullen delen. Als BSNC zijn we daartoe graag bereid. RIVM was zeer geïnteresseerd in het onderzoek dat BSNC al vanaf 2011 heeft gedaan naar gezondheidsrisico’s van medewerkers bij de aanleg en het onderhoud. Uiteraard zullen we hen daarover informeren.
Verschillende leden zijn door ZEMBLA benaderd medewerking aan de uitzending te verlenen. Ook de BSNC heeft op verzoek meegewerkt aan het programma. Kern van onze boodschap is daarbij geweest dat opdrachtgevers – en nemers uit moeten kunnen gaan van wat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hierover zegt. Immers: men wil in ieder geval voldoen aan wet- en regelgeving. Het RIVM stelde in 2006 dat van sporten op kunstgrasvelden geen gezondheidsrisico’s te verwachten zijn. Dit is tot op heden het standpunt van RIVM.
Het European Chemicals Agency voert momenteel in opdracht van de Europese Commissie onderzoek uit naar de samenstelling van de stoffen van rubbergranulaat en de effecten daarvan op de gezondheid van mensen. Naar verwachting zijn de resultaten van dit onderzoek rond februari 2017 bekend. We willen graag weten of dit een verandering van inzichten betekent die dan mogelijk leidt tot nieuwe wet- en regelgeving. Minister Schippers heeft echter besloten om niet op deze resultaten te wachten en zelf onderzoek te gaan doen (zie boven).
Sinds 2009 heeft de branche meerdere onderzoeken uitgevoerd naar de gezondheid van medewerkers bij de aanleg en onderhoud van kunstgrasvelden ingestrooid met rubbergranulaat. Naar aanleiding van het eerste onderzoek is vervolgonderzoek gedaan naar mogelijke risico’s van zand en kwarts. De bewuste onderzoeken zijn hieronder te downloaden.
Televisieprogramma ZEMBLA zond woensdag 5 oktober 2016 om 21:10 uur bij de VARA op NPO 2 een item uit met de titel: ‘Gevaarlijk spel’. Voor dit item verrichtte het programma de afgelopen maanden gericht onderzoek. De centrale vraag hierbij: zijn we als belanghebbenden wel goed en eerlijk geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van kunstgrasvelden met rubberkorrels? Een onderwerp dat met enige regelmaat terug keert in de media. Het gaat hierbij met name om kunstgras voetbalvelden. Echter ook in de openbare ruimte worden kunstgrasveldjes ingestrooid met rubberkorrels genaamd `rubbergranulaat’. Van de ruim 1800 kunstgras voetbalvelden in Nederland is ruim 90% met dit rubber van gemalen autobanden ingestrooid.
De feiten die tijdens deze uitzending zijn gepresenteerd zijn reden tot zorg. We begrijpen de maatschappelijke onrust die is ontstaan. De BSNC vindt het zeer ongewenst als materialen gebruikt worden die aantoonbaar schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en milieu. Daarom zijn wij van mening dat er op korte termijn inzicht moet komen in de daadwerkelijke gezondheidsrisico’s.